Door: Renske, verloskundige, gepubliceerd op: 17/02/2023

In de zwangerschap of tijdens de bevalling wordt er bij sommige zwangere vrouwen een CTG gemaakt. CTG staat voor cardiotocogram. In de volksmond wordt het een ‘hartfilmpje’ genoemd. Het CTG meet de hartslag van je ongeboren baby (cardio) en de samentrekking van de baarmoeder (toco). De verloskundige luistert iedere controle met de doptone naar de hartslag. Met een CTG kan de conditie van de baby wat langer beoordeeld worden.

Waarom krijg ik een CTG tijdens mijn zwangerschap?

Soms is er een reden om tijdens je zwangerschap een CTG te maken; bijvoorbeeld als jij de baby ineens minder voelt bewegen of als je baby niet genoeg groeit. Er wordt dan gedurende minimaal 30 minuten naar de hartslag van de baby gekeken. Ook registreert het CTG hoe je baby reageert op eventuele harde buiken die jij hebt. Een verloskundige of dokter beoordeelt het CTG. Hierna kan er met jou een plan gemaakt worden of er meer controles nodig zijn.

Waarom krijg ik een CTG tijdens mijn bevalling?

Tijdens de bevalling wordt de hartslag van je baby regelmatig gecontroleerd. Dat kan met een doptone (het apparaatje dat je verloskundige bij de controles gebruikt om de hartslag van de baby te luisteren) of met het CTG. Een reden om tijdens je bevalling een CTG te maken, is bijvoorbeeld als je baby in het vruchtwater gepoept heeft 1,2. Dit hartfilmpje kan soms wel de hele bevalling duren. Als het CTG erg afwijkend is, kan de gynaecoloog adviseren om de bevalling te beëindigen (met een vacuüm of een keizersnede).  Als er geen reden is dat je in het ziekenhuis bevalt, is er ook geen reden om een CTG te maken tijdens je bevalling. Het CTG vergroot dan zelfs de kans op een keizersnede omdat het soms twijfel geeft over de conditie van de baby en er niet altijd aanvullend onderzoek mogelijk is. 3 De hartslag van de baby kan daarom in dit geval het beste gecontroleerd worden door regelmatig met de doptone te luisteren. Als jou niet duidelijk is waarom er een CTG gemaakt wordt, vraag dan gerust waarom dit is.

Het verschil tussen een uitwendig en een inwendig CTG

Tijdens de zwangerschap wordt het CTG altijd uitwendig (via de buitenkant van de buik) gemaakt, door twee knoppen op je buik die op hun plek blijven met een elastieken band. Tijdens de bevalling krijg je vaak een uitwendig CTG, maar soms is het nodig om een inwendig CTG te maken. Dit is het geval wanneer het uitwendige CTG niet goed registreert, bijvoorbeeld omdat jij veel wilt bewegen of als je in bad wilt. Dit gebeurt door een metalen draadje in de hoofdhuid van de baby vast te maken. Dit kan alleen als je vliezen gebroken zijn. Het plaatsen van het metalen draadje, ook wel elektrode genoemd, gebeurt altijd in overleg met jou (en je partner). Na de bevalling is er soms een klein gaatje in de hoofdhuid van de baby te zien, maar soms is het gaatje niet terug te vinden. De meeste CTG-apparaten zijn tegenwoordig draadloos, waardoor je vrij kan bewegen en alle houdingen kan aannemen die je wilt. Je kan er zelfs mee in bad of onder de douche.

 Zitten er nadelen aan het krijgen van een CTG?

Wanneer er op het CTG een afwijking gezien wordt, is het niet altijd zo dat het niet goed gaat met de baby. Soms kan er aanvullend onderzoek gedaan worden en kan blijken dat het toch goed gaat met de baby. Het CTG geeft dus niet altijd direct zekerheid en dit kan natuurlijk veel stress opleveren.

 Meer lezen over CTG?

Bronnen:
  1. Effectiveness of intrapartum fetal surveillance to improve maternal and neonatal outcomes: a systematic review and network meta-analysis
  2. NVOG-richtlijn Foetale bewaking, www.richtlijnendatabase.nl
  3. Cardiotocography versus intermittent auscultation of fetal heart on admission to labour ward for assessment of fetal wellbeing.