11 april 2024. De beoordeling van een hartfilmpje van het ongeboren kind bij gezonde zwangere vrouwen door  verloskundigen in de praktijk, verloskundigen in het ziekenhuis, arts-assistenten en gynaecologen is vergelijkbaar. Dit stelt onderzoeker en verloskundige Elise Neppelenbroek op basis van haar meest recente onderzoek, gepubliceerd in International Journal of Gynecology & Obstetrics.

In Nederland wordt een antenataal cardiotocogram (CTG) om de conditie van het ongeboren kind te beoordelen meestal gemaakt door een zorgverlener in het ziekenhuis. In meerdere regio’s in Nederland is het nu mogelijk om een antenataal CTG buiten het ziekenhuis uit te voeren, door een verloskundige in de buurt praktijk. Dit gebeurt bij bepaalde indicaties zoals verminderde kindsbewegingen, uitwendige draaipoging bij een stuitligging of een zwangerschap na 41 weken. Op deze manier wordt de continuïteit van de zorg verhoogd en kan de druk op ziekenhuizen worden verminderd. Bij het reorganiseren en verschuiven van taken en verantwoordelijkheden onder zorgverleners is kwaliteitsbeoordeling essentieel. Daarom wilden we de mate van overeenstemming in het beoordelen van een antenataal CTG tussen en binnen vier beroepsgroepen in de Nederlandse geboortezorg onderzoeken.

De mate van overeenstemming in een CTG beoordeling is vergelijkbaar

In een prospectief onderzoek onder 47 zorgverleners werd de mate van overeenstemming onderzocht. Zorgverleners kregen de opdracht om 2 keer een set met CTG’s te beoordelen met een interval van 1 maand. Er werd een vergelijkbare mate van overeenstemming gevonden tussen en binnen de vier beroepsgroepen in de geboortezorg in zowel de verschillende componenten als de conclusie van een CTG beoordeling. De mate van overeenstemming was iets hoger binnen zorgverleners dan tussen de zorgverleners.

Implicaties voor de praktijk en verder onderzoek

Dit onderzoek toont aan dat de kwaliteit van een antenataal CTG beoordeling even goed is voor verloskundigen in de praktijk, verloskundigen in het ziekenhuis, arts-assistenten en gynaecologen. Bovendien liet eerder onderzoek van Elise Neppelenbroek en haar collega’s een hoge tevredenheid onder vrouwen en geruststellende uitkomsten voor moeder en kind na een antenataal CTG in de verloskundigenpraktijk zien. Neppelenbroek: ‘We raden daarom aan de huidige strikte taakverdeling tussen verloskundigen in de praktijk en zorgverleners in het ziekenhuis te optimaliseren, en daarmee bij te dragen aan toegankelijke zorg.

De auteurs bevelen aan om een internationaal geaccepteerd classificatiesysteem te implementeren voor het beoordelen van antenatale CTG’s. Een andere implementatiestrategie kan het gebruik van een geautomatiseerde CTG beoordeling zijn, waardoor de beoordeling objectiever is en de mate van overeenstemming in een CTG beoordeling mogelijk verder kan worden verhoogd. Toekomstige studies zijn nodig om de toegevoegde waarde van deze strategieën op een CTG beoordeling te analyseren.

Meer lezen over dit onderwerp?