Door: Sanne van Gaalen, gepubliceerd op: 20/06/2023

Wij spraken met Marlies Rijnders, verloskundig onderzoeker van het TNO, die CenteringZwangerschap naar Nederland haalde. Zij is ervan overtuigd dat groepszorg zowel de geboortezorg als de jeugdgezondheidszorg kan verbeteren doordat het meer aansluit bij de behoeften van ouders.

“Dit is het zorgmodel wat we in Nederland gemist hebben.”

Wat is CenteringZwangerschap?

Dit is prenatale groepszorg die de gewone consulten bij een verloskundige vervangt. Een bijeenkomst bestaat uit een individueel controlemoment van 3 minuten per persoon waarin de verloskundige de groei en ligging van de baby checkt. De moeder meet zelf haar bloeddruk en eventueel gewicht. Daarna volgt een plenair gedeelte waar een getrainde verloskundige algemene onderwerpen bespreekt die voor iedereen interessant zijn: zoals groei van de baby, verdeling zorg met partner, vaccinaties etc. De discussie wordt ingeleid met een activiteit zodat zwangeren zelf over het onderwerp nadenken en er worden vooral vragen gesteld in plaats van les te geven. Op deze wordt aangesloten bij wat zwangeren al weten. Ook blijkt dat mensen zo beter leren. 

Hoe ben jij met CenteringZwangerschap in aanraking gekomen?

“Centering kwam ik in 2010 toevallig tegen in een artikel. Ik kreeg direct ontzettend veel plaatsvervangende schaamte en dacht: waarom hebben wij dit niet bedacht? Dit is hèt zorgmodel dat wij gemist hebben en in Nederland zouden moeten introduceren! Het is een grote verbetering ten opzichte van hoe we het nu doen: een copy-paste van de medische zorg, waarbij verloskundigen vrouwen slechts 10-15 minuten zien en hierdoor vooral op risico’s screenen en te weinig tijd hebben om uitgebreid onderwerpen te bespreken. Dit vind ik voor prenatale zorg niet wenselijk.” 

Waar komt CenteringZwangerschap vandaan?

“Het idee is in Amerika bedacht door een verloskundige Sharon Schindler Rising. Zij heeft er in 1998 over gepubliceerd. Het is dus in Amerika begonnen en daar loopt het behoorlijk goed. Wij hebben in 2011 subsidie gevonden voor een kleine pilot. Daarmee zijn trainers vanuit Amerika naar Nederland gehaald. Zij hebben drie praktijken getraind. In 2012 zijn de eerste praktijken hier begonnen. Na Amerika zijn wij het tweede land waar het model heel behoorlijk draait. Nu zien we CenteringZwangerschap ook in andere landen verspreiden. Het is ook een behoorlijke transitie van zorg. Ik dacht: dat doe ik in 5 jaar. Maar zo werkt het niet.” 

Als je nu terugkijkt op 11 jaar CenteringZwangerschap in Nederland: wat gaat er goed en wat kan nog beter?

“CenteringZwangerschap heeft zich behoorlijk verspreid in Nederland. Op dit moment zijn er zo’n 217 verloskundigenpraktijken getraind, dat is iets minder dan de helft van alle praktijken. Wat hieraan heeft bijgedragen is de autonome positie van praktijken die zelf keuzes konden maken. Ook sprak het model blijkbaar veel verloskundigen aan in de tijd waarin we leefden. De perinatale sterftecijfers waren net uitgekomen. De geboortezorg moest veranderen. Het huidige model zette in op risicoselectie en medicalisering. Terwijl je binnen CenteringZwangerschap kijkt wie je nou echt voor je hebt. Dit heeft gezorgd voor een behoorlijke vlucht. Ook de startgroep met mensen uit verschillende disciplines (onderwijs, onderzoek, praktijk, beleid) heeft het model flink op de kaart gezet. Wat er in de toekomst nog anders kan, is samen met de JGZ (consultatiebureaus) nadenken over hoe je zo’n eerste 1000 dagen groep goed vorm kunt geven. Dat is nog wel een uitdaging.”

Waarom is Centeringzorg zoveel meer effectief dan 1-op-1-zorg?

“Er waren alleen cohortstudies over de effectiviteit uit Amerika. Dit is een vorm van longitudinaal onderzoek waarbij proefpersonen met een gemeenschappelijk kenmerk herhaaldelijk worden gemeten over een langere periode. In Nederland hebben wij daarom een trial gedaan omdat hier een andersoortige geboortezorg is met kleinere praktijken en bovendien een hele gezonde populatie vergeleken met Amerika. 

We hebben gekeken naar perinatale uitkomsten en gezondheidsgedrag. Dit hebben we verwerkt met Perined data (landelijke gegevens over de geboortezorg) en vragenlijsten. Daaruit kwam dat er geen verschil is. De gezondheid van de baby’s was niet slechter of beter. We zijn nog aan het onderzoeken of het voor bepaalde groepen wel uitmaakt.  

Wel zien we bij de gezondheid van de moeders dat er minder zwangeren complicaties ontwikkelen op het gebied van bloeddruk. We zien dat meer vrouwen starten met borstvoeding. Dat meer vrouwen gezonder eten en leven. En meer vrouwen gestopt zijn met roken, tot en met na de bevalling. En bij de vrouwen voor wie dit niet hun eerste zwangerschap was zien we ook minder drinkgedrag. Maar dat heeft deels te maken met dat ze meer borstvoeding geven. Uit de vragenlijst kwam bovendien naar voren dat vrouwen die hadden deelgenomen aan Centeringzorg veel tevredener waren en hun kennis over diverse onderwerpen was toegenomen.” 

Waarom wordt prenatale groepszorg nog niet gesubsidieerd als het bewezen en kosteneffectief is?

“Er is heel lang gesproken over het tarief door de KNOV in onderhandeling met de NZA. Met name als je kijkt naar een vermindering van roken en hypertensie en een toename van borstvoeding. Dit kan veel gezondheidswinst opleveren en zorgkosten schelen op de lange termijn. Helemaal als je deze groepszorg en hiermee de resultaten kunt opschalen. Dat heeft er uiteindelijk toe geleid dat nu net bekend is geworden dat er een tarief voor verloskundigen komt per 1 januari 2024. Geweldig nieuws! Nu nog kijken hoe we het voor elkaar gaan krijgen voor de gehele eerste 1000 dagen. 

Op welke manier draagt CenteringZwangerschap bij aan het idee van de Eerste 1000 dagen?

“Het leuke van groepszorg is dat het naast een medische/gezondheidscomponent ook een hele grote sociale component heeft wat zorgt voor een sociaal vangnet voor jonge moeders in de wijk. Dat maakt het een holistische benadering. De afhankelijkheid van zorgverleners zoals in het huidige een-op-een model is niet altijd goed, want die zorgverleners vertrekken altijd weer. Binnen dit model helpen en adviseren vrouwen elkaar. En doordat er meer tijd is (100 minuten i.p.v. 10 minuten op een spreekuur) komen meer onderwerpen aan bod. 

Kunnen partners ook aansluiten bij de groepsgesprekken?

“Partners zouden erbij moeten zijn. Veel onderwerpen zijn goed om samen te bespreken. Bij andere onderwerpen zou je kunnen opsplitten. Laat ze in ieder geval het eerste half uurtje meekomen bij de individuele controles. En wij adviseren minimaal twee partnerbijeenkomsten te doen: over de bevalling en over ouderschap. Toch zien we in de praktijk dat het praktisch niet altijd haalbaar is. Uiteindelijk worden verloskundigen alleen betaald voor de zorg aan zwangeren. Komen de partners mee, moet je een grotere ruimte huren. Zou je mensen laten betalen, sluit je weer bepaalde groepen uit. Soms kun je hier vanuit de gemeente wel subsidie voor aanvragen, maar dit alles vraagt veel tijd en moeite van een verloskundigenpraktijk. Hier zou een vast financieringsmodel voor moeten komen zodat beide ouders compleet worden voorbereid op het ouderschap.” 

“Organiseer de zorg rondom een groep vrouwen, i.p.v. dat zij zich moeten aanpassen naar hoe wij de zorg hebben georganiseerd.”

Wat wens je voor de toekomst van CenteringZwangerschap?

“Ik ben nu 63 jaar en heb nog 4 jaar bij TNO te gaan. Ik hoop nog mee te maken dat zo’n groep vrouwen de eerste 1000 dagen zorg ontvangen. Maar hier kleven nu nog veel logistieke en praktische moeilijkheden aan vast. Er zijn te veel verschillende financieringsstromen en hele verschillende organisaties. Van ontzettend groot, topdown en bureaucratisch tot heel klein, plat en kwetsbaar die hiervoor zouden moeten samenwerken. 

Toch denk ik: hoe dom kunnen we zijn? Je hebt een groep vrouwen binnen met 8-12 weken, ze zijn er misschien een paar weken uit rond de bevalling, maar daarna komen ze weer met baby. Dan zou daar ook JGZ zorg kunnen aansluiten. Hier vindt direct veel uitwisseling plaats tussen vrouwen die al bevallen zijn en vrouwen die nog moeten bevallen. Organiseer de zorg veel meer rondom deze groep vrouwen, in plaats van dat zij zich moeten aanpassen naar hoe wij de zorg hebben georganiseerd.  

Ik hoop niet alleen dat CenteringZwangerschap een primair zorgmodel wordt in de verloskunde maar nog meer dat Centering de eerste 1000 dagen hèt zorgmodel in de verloskunde en JGZ wordt voor nieuwe gezinnen. Dit zorgt voor verbeteringen in gezondheid, sociale cohesie, steun en zou daarnaast een gouden bron zijn voor onderzoeken.” 

Meer lezen?

Bronnen:
  • Group based prenatal care in a low-and high risk population in the Netherlands: a study protocol for a stepped wedge cluster randomized controlled trial.
    van Zwicht BS, Crone MR, van Lith JM, Rijnders ME. BMC Pregnancy Childbirth. 2016 Nov 15;16(1) https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC5111184/
  • CenteringPregnancy in the Netherlands: Who engages, who doesn’t, and why. Wagijo MR, Crone MR, van Zwicht BS, van Lith JMM, Schindler Rising S, Rijnders MEB. Birth. 2022 Jun;49(2):329-340. doi: 10.1111/birt.12610. Epub 2022 Jan 28. PMID: 35092071 Free PMC article. Clinical Trial. https://onlinelibrary.wiley.com/doi/full/10.1111/birt.12610 
  • Contributions of CenteringPregnancy to women’s health behaviours, health literacy, and health care use in the Netherlands Effect of CenteringPregnancy on women’s health behaviours, health literacy and healthcare use. M-a. Wagijo, M. Crone, B. Bruinsma-van Zwicht, J. van Lith, D.L. Billings, M. Rijnders. Preventive Medicine Reports (2023) https://www.sciencedirect.com/science/article/pii/S2211335523001353 
  • The effect of CenteringPregnancy on maternal, birth, and neonatal outcomes amongst low-risk women in the Netherlands: A stepped cluster randomised trial. Wagijo MR, Crone MR, Bruinsma-van Zwicht BS, van Lith JMM, Billings DL, Rijnders MEB. Under Review Journal of Midwifery and Women’s Health 
  • Long-term cost savings with Centering-based group prenatal care. Suze Jans, Xanne Westra, Matty Crone, Elske van den Akker-van Marle, Marlies Rijnders. Under Review Midwifery