In 2021 beviel 17,7% van de zwangeren in Nederland middels een keizersnede (1). Een keizersnede is een grote buikoperatie waar risico’s aan verbonden zijn. Ook kan een keizersnede gevolgen hebben voor een eventuele opvolgende zwangerschap. Er ontstaat door de operatie een litteken in de baarmoeder en er bestaat een zeer kleine kans dat deze scheurt tijdens een volgende bevalling. Om deze reden wordt geadviseerd om in het ziekenhuis te bevallen en kun je als zwangere ook kiezen voor een herhaalkeizersnede. Om de baarmoeder en buikwand zo goed mogelijk te laten genezen, is het belangrijk om tenminste het eerste halfjaar (en het liefst een jaar) na de keizersnede niet zwanger te worden (2). Hoe ziet de begeleiding tijdens zo’n volgende zwangerschap en baring eruit en hoe maak je hierin de juiste keuzes?
Wat zijn de risico’s van een vaginale baring na een keizersnede?
In het artikel dat we eerder schreven over de keizersnede, hebben we stil gestaan bij de risico’s die bij deze grote buikoperatie komen kijken (1). Naast de risico’s van een keizersnede, brengt ook de vaginale baring na een eerdere keizersnede risico’s met zich mee. Volgens de literatuur is de kans dat het litteken in de baarmoeder tijdens de bevalling scheurt (een uterusruptuur) 0,2 tot 1,5%. De kans dat een kindje komt te overlijden ten gevolge van een uterusruptuur is vervolgens 1,2 op 1000 (0,0012%)(4). Tijdens de bevalling komt het litteken in de baarmoeder onder grote druk te staan en dit kan er dus in zeer zeldzame gevallen voor zorgen dat het litteken in de baarmoeder scheurt. Naast de ernstige complicaties die hierdoor bij het kindje kunnen ontstaan, brengt dit ook risico’s voor de moeder met zich mee zoals veel bloedverlies, schade aan de blaas of het moeten laten verwijderen van de baarmoeder (hysterectomie).
Hoe ziet de begeleiding tijdens een zwangerschap en baring na een eerdere keizersnede eruit?
De begeleiding van vrouwen met een keizersnede in de voorgeschiedenis ziet er tijdens de zwangerschap voor het overgrote deel hetzelfde uit. Indien er geen andere medische indicatie is, ga je voor de reguliere controles tot 36 weken zwangerschap gewoon naar de verloskundigenpraktijk. Daarnaast zul je in het eerste of begin tweede trimester eenmalig naar het ziekenhuis gaan om het beleid tijdens de zwangerschap en bevalling te bespreken. Tijdens dit gesprek worden de voor- en nadelen van beide opties met je besproken zodat je vervolgens zelf een weloverwogen keuze kunt maken. Dit wordt ook wel counseling genoemd. Verder zal er in het derde trimester een echo gemaakt worden, indien de locatie van de placenta niet bekend is. Na een eerdere keizersnede heb je als zwangere namelijk iets meer kans op een placenta praevia (te laag ingenestelde placenta) en een placenta accreta (te diep vastgehechte placenta) (4). Ook wordt besproken of je als zwangere de voorkeur geeft aan een geplande keizersnede of een vaginale baring.
Na 36 weken zwangerschap wordt de zorg overgenomen door het ziekenhuis, tenzij hier andere afspraken over worden gemaakt. Dit geldt ook voor de begeleiding van de baring. Hierbij geldt dat de conditie van het kindje vanaf de start van de weeën goed in de gaten gehouden wordt door middel van een cardiotocogram (CTG) (5). Afwijkingen op het CTG komen vaker voor bij vrouwen die een uterutsruptuur kregen, maar het onderscheidend vermogen ten opzichte van vrouwen die geen ruptuur kregen is echter zeer gericht. De voorspellende waarde is daarom maar zeer beperkt (6).
Wat zijn mijn slagingskansen als ik kies voor een vaginale baring na een eerdere keizersnede?
In Nederland werd in de periode van 2002-2003 een studie gedaan in 38 klinieken. Uit deze studie kwam naar voren dat 72% van de vrouwen koos voor een vaginale baring, ook wel een VBAC genoemd (vaginal birth after cesarean). 76% van deze vrouwen beviel uiteindelijk ook vaginaal en het overige deel eindigde toch nog in een keizersnede. Dit betekent dat uiteindelijk dus 54% van de vrouwen met een keizersnede in de voorgeschiedenis daadwerkelijk vaginaal beviel (4).
Wat de beste manier is om te bevallen na een voorgaande keizersnede, is niet zo eenduidig te stellen. Je zult de risico’s van een vaginale baring, inclusief de kans dat deze baring alsnog eindigt in een keizersnede, moeten afwegen ten opzichte van de risico’s van een herhaalkeizersnede. Dit is erg lastig, omdat de kansen voor ieder individu vaak niet precies te geven zijn en ook iedere zwangere een andere waarde hecht aan deze getallen. Wanneer je als zwangere al eens eerder vaginaal bevallen bent, is de kans op een geslaagde vaginale baring na een eerdere keizersnede groter. Er zijn ook een aantal factoren die juist een negatief effect hebben op de kans van slagen zoals een inleiding, een BMI > 30, een zwangerschapsduur > 41 weken, een geboortegewicht boven 4000 gram en hogere leeftijd van de zwangere (4). Bespreek daarom je vragen, opties en de voor- en nadelen van de keuzes met je verloskundige en arts, zodat je zelf een afgewogen besluit kan nemen.
Veranderen deze slagingskansen als mijn bevalling wordt ingeleid?
Op het moment dat er een reden is om jullie kindje vroegtijdig geboren te laten worden, word je opnieuw gecounseld om een keuze te maken of je ingeleid wilt worden of kiest voor een geplande keizersnede. Een inleiding zorgt er namelijk voor dat de kans op een geslaagde vaginale baring kleiner wordt en de kans op een uterusruptuur groter (3). Er is nog geen onderzoek gedaan tussen de verschillen in uitkomsten voor moeder en kind tussen een inleiding en een geplande keizersnede na een eerdere keizersnede (3).
Meer lezen?
1) https://www.childbirthnetwork.nl/publicaties/de-keizersnede-een-niet-te-onderschatten-buikoperatie/
3) https://www.nvog.nl/wp-content/uploads/2019/09/NVOG-module-VBAC-2019-def.pdf
5) https://www.knov.nl/zoeken/document?documentRegistrationId=11501573