Door: Denise, verloskundige , gepubliceerd op: 17/04/2023

Kraamzorg is uniek in Nederland, in andere landen bestaat het (nog) niet. Een kraamverzorgende assisteert de verloskundige bij een thuis- of niet-medische bevalling. Daarnaast komt de kraamverzorgende na de bevalling bij jullie thuis voor medische hulp en controles en om te helpen bij de verzorging van jullie kindje.1,2 Dit artikel beantwoordt al je vragen over kraamzorg na de bevalling.

Wat doet een kraamverzorgende allemaal?

Kraamzorg is er onder andere om medische controles te doen bij jou en je kindje.2-4

Bij jou als kraamvrouw is er elke dag aandacht voor:

  • De temperatuur,
  • De hartslag,
  • De stand van de baarmoeder (dit voelt ze via de buitenkant van je buik),
  • De hoeveelheid bloedverlies,
  • De controle en verzorging van eventuele hechtingen,
  • Hoe je in je vel zit en of je voldoende rust en slaapt.2-4

Bij jullie pasgeboren kindje let de kraamverzorgende op:

  • Het gedrag,
  • De huidskleur,
  • De ademhaling,
  • Eventuele huiduitslag,
  • Het indrogen van het navelstompje,
  • Het aantal en de kleur van poep- en plasluiers,
  • De temperatuur,
  • Het gewicht.2-4

Verder leert ze jullie hoe je je kindje het beste in bad kunt doen, helpt ze je bij het douchen/wassen en het geven van (borst)voeding. Daarnaast kun je al je vragen rondom je herstel en de verzorging van je kindje aan haar stellen.3 Ook helpt de kraamverzorgende bij het schoonhouden van jullie huis en bij het verzorgen van eventuele andere kinderen uit het gezin.2-4 Bij eventuele zorgen of twijfel overlegt de kraamverzorgende laagdrempelig met de verloskundige.3

Wanneer krijg ik kraamzorg?

Iedereen in Nederland heeft recht op minimaal 24 uur kraamzorg, verdeeld over de eerste 8 dagen na de bevalling.3,5 Meestal krijg je vanuit het basispakket van je verzekering 49 uur kraamzorg (in de eerste 8 dagen). Als het nodig is kan de verloskundige extra uren kraamzorg aanvragen voor jullie. Dit gebeurt meestal als je bent bevallen van een twee- of drieling, als jij of je kindje in het ziekenhuis hebben gelegen, als je nog niet genoeg bent hersteld, of als jullie extra hulp bij de borstvoeding nodig hebben.1,3

Waarom is kraamzorg belangrijk?

Kraamzorg heeft als hoofddoel om afwijkende controles bij jou of je kindje vroeg op te sporen.1,4 Daarnaast zorgt de kraamverzorgende dat je in het huishouden wordt ontzien zodat je volop kunt focussen op je herstel en de zorg voor je kindje. Ten slotte is ze er om te helpen bij de voedingen. Als je hebt gekozen om borstvoeding te geven zal de kraamverzorgster hier veel tijd en aandacht voor hebben, aangezien dit vaak i tijd en energie kost om op gang te komen.1,4 Al met al zorgt de kraamverzorgende voor een zo goed mogelijke start van het ouderschap (of het wennen aan een kindje erbij in het gezin) zodat jullie na de kraamtijd vol vertrouwen afscheid van haar kunnen nemen.4 Uit een studie onder 3170 vrouwen welke tussen 2009 en 2011 in Nederland kraamzorg hadden, bleek dat 86% dit als goede zorg heeft ervaren.6

Is kraamzorg verplicht?

Iedereen in Nederland heeft recht op kraamzorg, maar het is niet verplicht. Je mag zelf kiezen of je wel of geen kraamzorg wil hebben. Als je liever zo min mogelijk kraamzorg wilt, is wel het advies om te kiezen voor minimale zorg (3 uur per dag). Dan komt de kraamverzorgende alleen de medische controles doen.

Wat kost kraamzorg?

Het grootste gedeelte van kraamzorg wordt vergoed door de verzekering. Er kan wel een eigen bijdrage gevraagd worden van €4,80 per uur.5 Als je aanvullend verzekerd bent, is deze eigen bijdrage er niet altijd. Vraag voor de zekerheid na bij je verzekering hoe hoog de eigen bijdrage voor jullie is.

Wanneer en hoe meld ik me aan voor kraamzorg?

Kraamzorg wordt geregeld door verschillende kraamzorgorganisaties. Bij welke kraamzorgorganisatie je je aan kunt melden hangt af van waar je woont. Vraag dit na bij je verloskundige of kijk online welke organisaties bij jullie in de buurt zitten en meld je bij voorkeur aan voordat je 12 tot 15 weken zwanger bent. Als je je later aanmeldt kan het zijn dat de organisatie geen plek meer heeft. Tussen 24 en 30 weken van de zwangerschap neemt de kraamzorgorganisatie contact met jullie op om een intakegesprek in te plannen. Hier maken jullie kennis en bespreken jullie eventuele wensen die je hebt ten aanzien van de kraamweek. Zo wordt geprobeerd om een kraamverzorgende bij jullie thuis te hebben in de kraamweek die zo goed mogelijk bij jullie past.

Het belang van een goede start

De periode na de geboorte is een hele kritische periode. Je leert als ouder je kind kennen en je kind leert jou kennen. Dit is voor iedereen een grote verandering. De kraamzorg zoals we die in Nederland kennen speelt hierin een hele belangrijke rol. Onderzoek laat zien dat gezinnen die weinig gebruik maken van de kraamzorg, later vaker naar de huisarts gaan met gezondheidsproblemen voor zowel moeder als kind. Meer lezen over het belang van de Eerste 1000 dagen en een goede start? Lees het artikel Hoe beïnvloedt de vroege omgeving van een kind de latere groei, ontwikkeling en gezondheid? 

Bronnen:
  1. Koninklijke Nederlandse Organisatie van Verloskundigen (KNOV). Visie op de kraamzorg. 2010.
  2. Van Teijlingen ER. The profession of maternity home care assistant and its significance for the Dutch midwifery profession. International Journal of Nursing Studies 1990; 27(4), 355-366.
  3. Landelijk Indicatieprotocol kraamzorg. Instrument van toekenning van kraamzorg: Partusassistentie en kraamzorg gedurende de kraamperiode. Maart 2008 (versie 3). Kenmerk: CC/mv/ln/tr/100240/0083/06-0130d.
  4. Wiegers TA. Adjusting to motherhood: Maternity care assistance during the postpartum period: How to help new mothers cope. Journal of neonatal nursing 200612(5), 163-171.
  5. Zorginstituut Nederland. Alle verzekerde onderwerpen: Kraamzorg (Zvw).
  6. Baas CI, Wiegers TA, de Cock TP, Erwich JJHM, Spelten ER, & Hutton EK. Experience with and amount of postpartum maternity care: comparing women who rated the care they received from the maternity care assistant as ‘good’or ‘less than good care’. Midwifery 2017; 55, 128-136.