Module Zwangerverhalen

 

Complicaties bij moeder of kind tijdens de zwangerschap

Verschillende vrouwen ervaren tijdens de zwangerschap complicaties,
zoals een hoge bloeddruk, hyperemesis gravidarum, zwangerschapsdiabetes
of psychische klachten. Ervaringen hiermee worden in dit thema beschreven.
Ook ervaringen rondom een miskraam of het verliezen van een kindje worden
in dit thema beschreven. Daarnaast worden ervaringen met complicaties
bij het kind gedurende de zwangerschap en het eventueel afbreken
van de zwangerschap in dit thema beschreven.

Complicaties bij moeder: hoge bloeddruk

Een op de 20 vrouwen krijgt tijdens de zwangerschap hoge bloeddruk (Bron: KNOV). De vrouwen die hoge bloeddruk hadden werden bij constatering doorverwezen naar het ziekenhuis. Wanneer dit goed was en er geen eiwitten in de urine zaten, werden de vrouwen weer terugverwezen naar de verloskundige. Bij enkele vrouwen gebeurde dit meerdere keren tijdens de zwangerschap. Voor een van hen voelde dit als dat ze “heen en weer werd geschoven”. Een andere vrouw kreeg de keus of ze weer terug wilde naar de verloskundige of bij de gynaecoloog wilde blijven. Zij koos ervoor om bij de gynaecoloog te blijven, om niet steeds heen en weer gestuurd te worden. Bij een hoge bloeddruk is het van belang om te letten op bepaalde symptomen, die kunnen duiden op een zwangerschapsvergiftiging of het HELPP syndroom – zoals hoofdpijn, sterretjes zien, wazig zien, braken, gevoel van strakke band om de buik.

 

Door hierop te moeten letten voelde het voor Daniëlle alsof ze onbewust continu bezig was met de hoge bloeddruk. Daniëlle zag vanaf week 17 sterretjes en had last van migraine – ze dacht dat dit bij de zwangerschap hoorde en had dit nog niet gedeeld met de verloskundige – totdat die een hoge bloeddruk constateerde en vroeg of Daniëlle nog andere klachten had. Als gevolg van de hoge bloeddruk, en de hoofdpijn en migraine die ze ervaarde is ze eerder gestopt met werken en kwam ze nauwelijks meer het huis uit. Ze voelde zich “opgesloten in haar lichaam en gevangene in eigen huis”. Een van de vrouwen met hoge bloeddruk werd uiteindelijk opgenomen in het ziekenhuis met het HELPP-syndroom waarna ze werd ingeleid voor de bevalling.

Complicaties bij moeder: zwangerschapsdiabetes

Zwangerschapsdiabetes is een tijdelijke soort diabetes die overgaat na de bevalling. Bij zwangerschapsdiabetes wordt er onvoldoende insuline aangemaakt waardoor er te veel suiker in het bloed blijft zitten. Enkele vrouwen die we hebben geïnterviewd hebben last gehad van zwangerschapsdiabetes. Zij kregen allen extra controles (echo/CTG) en werden doorverwezen naar de gynaecoloog. Een van hen wilde graag bij haar verloskundige blijven vanwege een traumatische ervaring eerder in het ziekenhuis. Omdat haar suikerwaarden verder goed bleven, mocht ze zolang de waarden goed bleven bij haar verloskundige onder controle blijven. Dorine vond de extra echo’s juist leuk – zo kon ze haar kindje weer zien. Als gevolg van de zwangerschapsdiabetes moesten de vrouwen insuline prikken en een dieet volgen. Een van hen koos voor een koolhydraatarm dieet. Daarnaast moesten ze hun suikerwaarden monitoren. Een van hen dit deed al vanaf het begin van de zwangerschap om inzicht te krijgen in hoe haar lijf reageerde op welke voeding.

 

Een vrouw vertelt dat de huid van haar vingers veranderde door al het prikken. Een andere vrouw kreeg een sensor die de suikerwaarden meette. Dit gaf aan de ene kant rust, maar was soms ook onrustig omdat haar sensor ’s nachts soms afging. Een van de vrouwen omschrijft de diabetes als een “crime en een vonnis” en ze vindt dat ze het heeft onderschat. In haar omgeving ervaarde ze ook veel onbegrip: “je kan toch wel een keertje een gebakje nemen”. “Als je met “gewone” diabetes een keer zondigt, doe je alleen jezelf schade aan; als je met zwangerschapsdiabetes zondigt komt de schade ook bij het kind. Dat krijgt dan ook extra suiker.” Baby’s van moeder met zwangerschapsdiabetes zijn vaak groot. Dorine heeft zich daar geen zorgen overgemaakt. Wel werd afgesproken dat ze op de uitgerekende datum ingeleid zou worden, omdat haar kindje anders te groot zou worden.

Complicaties bij moeder: psychische klachten

Enkele vrouwen hadden tijdens de zwangerschap last van stemmingsklachten, of angsten. Sommige hadden last van een depressie en slikten antidepressiva. Voor Sanne was de depressie uiteindelijk de reden om haar bevalling in te leiden. Roos vertelt dat ze zich door omstandigheden niet goed voelde en dit besprak met haar huisarts. Ze kreeg slaapmedicatie en merkte hierdoor hoe belangrijk slaap voor haar is. Doordat ze zich niet goed voelde, was ze bang dat ze na de bevalling een postnatale depressie zou ontwikkelen.

Andere complicaties bij moeder: bloedverlies, harde buiken, vroege weeën, cholestase

De geïnterviewde vrouwen vertellen ook over andere complicaties waar zij last van hadden. Sommige vrouwen hebben bloedverlies gehad tijdens de zwangerschap. Soms was dit in het eerste trimester, soms later in de zwangerschap. Voor sommigen was het beangstigend. Anderen waren blij dat ze wisten dat bloedverlies tijdens de zwangerschap mogelijk is, en niet altijd ernstig hoeft te zijn en een miskraam hoeft te betekenen. Enkele vrouwen hadden vroeg in de zwangerschap harde buiken of weeën. Sommige van hen zijn daarvoor opgenomen in het ziekenhuis waar ze weeënremmers en longrijpingsprikken kregen. Bij Nathalie bleken de harde buiken het gevolg van een blaasontsteking te zijn waarvoor ze via het infuus antibiotica kreeg. Josine kreeg toen ze 28 weken was last van jeuk. Ze bleek zwangerschapscholestase te hebben. Ze werd hiervoor doorverwezen naar de gynaecoloog, kreeg extra groei-echo’s, moest stoppen met werken en kreeg hiervoor medicatie. Doordat haar bloedwaarden door de medicatie snel beter werden, voelde ze zich gerustgesteld. Wel voelde ze zich nu meer een patiënt doordat ze medicatie moest slikken. Saskia vertelt nog dat ze tijdens haar eerste zwangerschap kanker heeft gehad. Gedurende haar zwangerschap kreeg ze een aantal chemokuren. Ze stond in de overlevingsstand en was bang dat haar kindje ondervoed zou zijn.

Miskraam en intra-uteriene vruchtdood

Sommige zwangerschappen eindigen in een miskraam. Ongeveer 1 op de 10 miskramen eindigt in een miskraam. Ook enkele vrouwen die wij hebben gesproken hebben een of meerdere miskramen gehad. De meesten van hen ontdekten bij een echo dat er geen kloppend hartje was. Een enkeling had daarvoor al bloedverlies gehad; anderen hadden nog niks door. Een vrouw vertelt dat de echo met 8 weken goed was, maar dat bij de termijnecho bij 11 weken er geen kloppend hartje meer was. Na het ontdekken verloren de meeste vrouwen binnen enkele dagen hun kindje. Bij een vrouw duurde het wat langer – tot 16 weken. Indira was in eerste instantie zwanger van een tweeling, maar bleek een van de twee vruchtjes te hebben verloren. Omdat zij dat zelf niet heeft gemerkt, omdat ze geen bloedverlies had, bleef ze tijdens de zwangerschap angstig om haar kindje te verliezen. Bij een miskraam kunnen vrouwen kiezen om af te wachten tot de miskraam vanzelf op gang komt, of voor een behandeling kiezen om de miskraam sneller te laten verlopen, bijvoorbeeld met medicatie of een curettage. De meeste vrouwen kozen voor het afwachten van de miskraam. De daadwerkelijke miskraam wordt door Nora omschreven als een “mini-bevalling”. Nora kreeg een complicatie bij de miskraam: ze verloor veel bloed en werd met spoed naar het ziekenhuis gebracht. Daar werd onder narcose haar baarmoeder leeggehaald. Dit was voor haar het meest ingrijpende van de miskraam. Andere vrouwen omschrijven de miskraam als iets verdrietigs. Na de miskraam bleef Nora nog een aantal weken spugen, omdat de hormonen nog in haar lichaam zaten. Eva vertelt dat ze daarna een periode niet goed in haar vel zat totdat ze opnieuw zwanger was. Nora vertelt ook dat ze haar kindje heeft laten opbaren door middel van de watermethode en haar samen met haar man begraven op een plekje waar ze naar toe kunnen gaan als ze daar behoefte aan hebben.

 

De miskraam heeft voor de meeste vrouwen invloed op hoe zij een volgende zwangerschap ervaren. De eerste periode vonden zij spannender dan daarvoor, ze waren minder onbevangen en onzeker, en hadden minder vertrouwen in hun lichaam. Dit duurde tot ongeveer 12-16 weken. Esther vertelt dat ze elk toiletbezoek spannend vond en bang was voor bloedverlies. Nora was extra gespannen voor de termijnecho, omdat daar de vorige keer werd ontdekt dat het mis was. Anne kreeg al heel snel een echo om haar onzekerheid weg te nemen. Sommige vrouwen hebben meerdere miskramen gehad. Nora vertelt dat zij na haar tweede miskraam het gevoel had: “ik kan het niet”. Nora heeft tijdens en na de miskraam bepaalde begeleiding en informatie gemist. Omdat ze wilde weten wat ze kon verwachten is ze op zoek gegaan naar ervaringsverhalen. Dit gaf haar rust. Ze had daarnaast graag gezien dat haar verloskundige na de miskraam nog eens had geïnformeerd hoe het met haar ging. Dit is iets wat ze nu in haar eigen werk als verloskundige probeert te doen. Ook Josine heeft de begeleiding van de verloskundige rondom het ontdekken van de miskraam als niet positief ervaren. Ook later in de zwangerschap kan men een kindje verliezen. Zo voelde Tanja met 32 weken minder leven. In het ziekenhuis bleek haar kindje te zijn overleden. Ze had nog wel rekening gehouden met een miskraam, maar er nooit bij stil gestaan dat ook later in de zwangerschap een kindje kan overlijden. Voor ervaringen rondom de bevalling na een intra-uteriene vruchtdood zie Thema Bevalling – complicaties bij moeder of kind.

Complicaties bij het kind: groeiachterstand, trisomie 18, trisomie 21 (Syndroom van Down)

In sommige zwangerschappen waren er zorgen rondom de ontwikkeling en gezondheid van het kindje. Meestal werd in eerste instantie iets ontdekt bij een echo. Men zag bijvoorbeeld een groeiachterstand, een dikke nekplooi, een hemivertebrae, twee navelstrengvaten, een korte neusbrug, een hoefijzer niertje of witte darmen. Vrouwen bij wiens kind een groeiachterstand werd geconstateerd werd aangeraden om rust te nemen en stress te voorkomen. Deze vrouwen kregen ook extra controles, CTG en/of echo, in het ziekenhuis. Een van de vrouwen omschrijft dit als een intensieve periode – mede door de reistijd naar het ziekenhuis. Sommige vrouwen werden opgenomen in het ziekenhuis, omdat het daar makkelijker was om rust te nemen. Bij Anne was de oorzaak van de groeiachterstand onvoldoende toevoer naar de placenta, waardoor de baby te weinig voeding kreeg.

 

Bij een andere vrouw is geen oorzaak gevonden voor de groeiachterstand. Naast een groeiachterstand, werd bij het kindje van Anne ook een hart- en slokdarmafwijking ontdekt waarvoor haar kindje direct na de geboorte geopereerd zou moeten worden. Met 33 weken kreeg Anne een vruchtwaterpunctie om bepaalde ziekten uit te sluiten. Hieruit bleek echter dat haar kindje trisomie 21, oftewel het Syndroom van Down had. Ze kreeg de overweging om de zwangerschap af te breken. Dat wilde ze niet, omdat zij haar kindje niet wilde opgeven. Het kindje van Esther bleek uiteindelijk trisomie 18 te hebben. Zij en haar man besloten de zwangerschap af te breken, omdat ze dit “het kindje en hun gezin niet wilden aandoen”.

Complicaties bij het kind: stuitligging

Bij enkele vrouwen die we hebben geïnterviewd bleek hun kindje in een stuit te liggen. Bij de een werd dit ontdekt door de verloskundige, bij de ander bij de liggingsecho met 36 weken. Voor de een was het een klap in het gezicht en zorgde het bericht voor stress. De ander vond het niet erg, omdat “ze nu kon kiezen voor een keizersnede, die ze onbewust misschien al wilde”. De vrouwen kregen de keuze of ze hun kindje wilden laten draaien. De een koos voor een draaipoging, omdat ze natuurlijk wilde bevallen. Voor de ander voelde het veiliger om geen draaipoging te doen. Daniëlle was na de geslaagde draaipoging in tranen van opluchting omdat een natuurlijke bevalling alsnog mogelijk was. Ze vertelt daarnaast dat ze na de draaipoging opnieuw haar kindje moest leren kennen, omdat het anders bewoog.