Lopend Onderzoek

‘Frequent attendance’ in de verloskundige zorg

Steeds vaker hebben verloskundigen in Nederland te maken met cliënten die meer prenatale consulten nodig hebben dan het aantal aanbevolen door de KNOV. Uit een onderzoek binnen een Nederlandse groepspraktijk blijkt de prevalentie van frequent attendance ruim 23% te zijn (Gitsels et al. 2019). Uit eerder onderzoek blijkt ook dat deze groep zwangeren vaker slechtere maternale en neonatale uitkomsten hebben (Hemminki and Gissler, 1993; Kotelchuck, 1994; de Jonge et al., 2011). De vele consulten verhogen de werkdruk van de verloskundigenpraktijken zonder een duidelijke verbetering van de zorg voor deze specifieke groep zwangeren.

Met dit onderzoeksproject willen we kijken naar de prevalentie en determinanten van de groep zwangeren die vallen onder de categorie ‘frequent attendance’ in Nederland. We willen kijken naar de maternale en neonatale uitkomstmaten en hoe angst en psycho-sociale factoren van de zwangere mogelijk een rol kunnen spelen in de behoefte aan meer consulten. Verder willen we exploreren hoe deze zwangeren de (extra) consulten bij hun verloskundige zorgverlener hebben ervaren en hoe de verloskundige zorgverlener deze extra vraag naar zorg en mogelijk verhoogde werkdruk heeft ervaren.

We hopen met dit project meer inzicht te krijgen in het fenomeen ‘frequent attendance’ en daarmee de kwaliteit van zorg voor deze groep zwangeren te kunnen verbeteren in de toekomst.

Het eerste artikel van deze studie kunt u hier inzien.

N. Yadegari-Bordbar MSc, prof. dr. A. De Jonge, dr. J.T. Gitsels-Van de Wal en dr. E. Feijen.